TCO 1, TCO 2, fiscale TCO, commerciële TCO, Full TCO, TCO 3 … in de markt circuleren heel wat termen. Maar wat betekenen die nu eigenlijk? En wat is een correcte TCO?

De Total Cost of Ownership geeft de totale kostprijs weer van een voertuig gedurende de volledige levensduur. Deze berekening houdt rekening met alle kosten die komen kijken bij het gebruik en bezit van een voertuig.

Geen standaard

Er is een waaier aan benaderingen en methodes om een TCO te berekenen. Er is geen formule opgegeven door de overheid, alles hangt af van door welke bril je kijkt. Dat verklaart waarom TCO-berekeningen van verschillende leasemaatschappijen van elkaar verschillen zelfs wanneer ze rekening houden met dezelfde variabelen en parameters. Een verschillende berekening levert een andere uitkomst op. Je kan ze onderling dus ook niet vergelijken.

Ingrediënten van een TCO

Om inzicht te krijgen in de werkelijke, totale kosten van een wagen, moet je rekening houden met alle elementen die daar van invloed op zijn. Die elementen zijn de leaseprijs, de CO2 bijdrage, de energieprovisie, de niet-aftrekbare BTW op de leaseprijs, laadinfrastructuur en energie, en tot slot het fiscaal effect. Een correcte TCO is een TCO die al deze ingrediënten meeneemt in de berekening en rekening houdt met realistische prijzen en afwijkingen op normverbruik.

Qua energieprovisie start je vanuit het normverbruik van de wagen. Dat verhoog je met een realistische afwijking, afhankelijk van het brandstoftype. Voor het bepalen van de elektriciteitsprijs hou je best rekening met een mix van thuisladen, laden op kantoor en publiek laden.

Methode Dragintra

Dragintra hanteert twee TCO-benaderingen: de commerciële TCO en de fiscale TCO (of TCO 2). Bij de commerciële TCO worden alle kosten opgeteld om de Bruto Lease Cost te bepalen. Daar trekken we de fiscale besparing af.  Bij de fiscale TCO vermeerderen we de optelsom van alle kosten met de belasting op de Verworpen Uitgaven.

De fiscale TCO is dus altijd hoger dan de commerciële TCO.  Het is belangrijk om je bewust te zijn van dit onderscheid en de verschillende benaderingen niet door elkaar te gebruiken of uitkomsten te vergelijken want dat levert een vertekend beeld op.

In de praktijk gaat de voorkeur steeds vaker uit naar de fiscale TCO. Deze benadering wordt wellicht de basis voor de TCO-berekening in het Federaal Mobiliteitsbudget. De fiscale TCO is wat de markt TCO 2 noemt. TCO 3 is dan weer een combinatie van beide benaderingen.

Individueel of globaal?

De TCO kan ook individueel, op bestuurdersniveau, bepaald worden. Zo’n berekening is zeer accuraat natuurlijk want ze houdt rekening met persoonsgebonden factoren zoals rijstijl en fiscaal profiel. De ene chauffeur is inderdaad de andere niet. Toch geniet een zekere standaardisatie in grote ondernemingen de voorkeur, omdat men daar vaak een budget wil toekennen aan een bepaalde budgetcategorie, ongeacht het individu.

Dus nee, de TCO berekenen is geen eenvoudige klus. Maar als het doordacht en met kennis van zaken gebeurt, heb je een waardevolle tool in handen om een kostenefficiënt mobiliteitsbeleid uit te stippelen.