Voor zowat elk profiel van bestuurder is er een geschikte wagen naargelang het type brandstof: een benzine- of dieselwagen (ICE), een 100% elektrische auto (BEV), een hybride (HEV) of plug-inhybride (PHEV), een wagen op CNG, LPG of waterstof (FCEV). Op vlak van investering, gebruikskosten en fiscale voordelen zijn er grote verschillen tussen deze types.

Vanaf 1 januari 2021 werden bovendien belangrijke wijzigingen doorgevoerd. We zetten ze voor je op een rijtje

  1. WLTP is de standaard

Er zijn verschillende manieren om de CO2-uitstoot van een wagen te meten. Vroeger was de NEDC-test de norm, maar sinds 1 januari 2021 wordt de strengere WLTP-test gehanteerd. Die leidt tot waarden die zo’n 10 tot 30% hoger liggen. Tot 31 december 2021 mag de NEDC-waarde nog vermeld worden op het gelijkvormigheidsattest. Voor plug-inhybrides met 50g CO2/km of minder, is die dubbele vermelding zelfs verplicht tot 31 december 2022. Zijn beide waarden gekend, dan heb je de keuze en is het uiteraard voordeliger om de laagste waarde te hanteren. Omwille van de lagere CO2-waarde, zal dit bijna altijd de NEDC-waarde zijn. Zowel voor de werkgever als de werknemer is dit fiscaal interessanter. De correcte waarde(n) vind je terug op het gelijkvormigheidsattest onder rubriek 49.1 & 49.4.

  1. Het voordeel van alle aard (VAA) stijgt

Werknemers met een bedrijfswagen zien hun VAA in 2021 opnieuw toenemen. Het VAA wordt berekend op basis van de fiscale waarde, de ouderdom, de CO2-uitstoot en het brandstoftype van de wagen. Omdat de CO2-referentiewaarde opnieuw daalt dit jaar, zal het VAA van de meeste bedrijfswagens stijgen. Het belastbaar voordeel voor de werknemer stijgt vooral bij nieuwe benzine- of dieselwagens die de nieuwe WLTP-waarden hanteren. De impact bij elektrische wagens en plug-inhybrides is beperkt. Het minimumbedrag stijgt naar € 1.370 per jaar.

  1. Hogere CO2-bijdrage

Als een werkgever een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan een werknemer die ook voor privédoeleinden mag gebruikt worden, ontstaat er een voordeel in natura. Op dat voordeel is een rsz-solidariteitsbijdrage verschuldigd. Deze bijdrage is een forfaitair bedrag per maand dat afhankelijk is van de CO2-uitstoot en het type brandstof. De CO2-coëfficienten zijn lichtjes gestegen naar analogie met voorgaande jaren. Alsook het minimumbedrag.  Hier zijn op zich dus geen grote wijzigingen. De grootste impact is te voelen bij de nieuwe benzine- en dieselwagens door de introductie van de hogere WLTP-waarden.

  1. Fiscale aftrekbaarheid

De formule op zich blijft ongewijzigd, maar door de toepassing van de WLTP-methode krijgen nieuwe benzine- en dieselwagens een hogere CO2-waarde, wat resulteert in een lagere fiscale aftrekbaarheid van de autokosten voor de werkgever. Voor elektrische wagens en plug-inhybrides is er geen of slechts een zeer beperkte impact.

 

Fiscaal gezien is het dus aangewezen om de vloot te elektrificeren. Een belangrijke voorwaarde is evenwel het profiel en het verplaatsingsgedrag van de bestuurder. Met andere woorden: het volstaat niet om enkel oog te hebben voor de fiscale aspecten, ook het bestuurdersprofiel speelt een belangrijke rol. Door beide facetten in overweging te nemen, kom je tot de juiste conclusie.

Heb je intussen vragen of wens je een analyse van je wagenpark? Contacteer ons op +32 3660 07 09 of info@dragintra.com.